Bij de uitvoering van de zorgplicht in het kader van passend onderwijs moet eerst worden beoordeeld wat de school zelf kan doen. Het uitgangspunt is dat de school waarop het kind zit of is aangemeld, eerst alle mogelijkheden onderzoekt om het kind op deze school passend onderwijs te bieden. Als de school waarop het kind zit, of is aangemeld geen passend onderwijsaanbod kan realiseren, dan heeft de school zogenaamde trajectplicht. Dat betekent dat de school dan zelf voor een adequate, nieuwe, onderwijsplek voor dit kind zorgt. De zorgplicht en de trajectplicht gelden niet als de school of de groep, waarvoor het kind wordt aangemeld, vol is of als er voor zo’n groep een wachtlijst is opgesteld. Ook geldt de zorgplicht niet wanneer de ouders van een leerling de grondslag van
de school weigeren te onderschrijven. Het gaat hier niet alleen om de religieuze grondslag of levensbeschouwelijke identiteit van de school, maar ook om bijvoorbeeld een onderwijskundig concept. Tenslotte is de zorgplicht niet van toepassing bij aanmelding voor cluster 1- (visuele beperkingen) en cluster 2-instellingen (gehoor- en communicatieve beperkingen). Deze instellingen maken geen deel uit van samenwerkingsverbanden passend onderwijs en hebben een eigen toelatingsprocedure.